Scroll Top

Wat is dyslexie?

Wanneer iemand dyslexie heeft, is er sprake van een ernstige achterstand op het gebied van lezen en spelling in vergelijking tot leeftijdgenoten. De achterstand moet hardnekkig zijn. Dit betekent dat ook met extra ondersteuning en oefenen het lezen en/of spelling moeizaam blijft gaan.

 

Dyslexie betekent letterlijk ‘niet goed kunnen lezen’. Het woord komt uit het Grieks. De definitie voor dyslexie die in Nederland het meest wordt gebruikt is: ‘’Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.‘’

In dit filmpje is goed te zien hoe het is om dyslexie te hebben https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=2mv3–iPI5A

Technisch lezen

Dyslexie wordt ook wel een stoornis in het ‘technisch lezen’ genoemd.  Technisch lezen is de vaardigheid van het omzetten van de letters in klanken. En uiteindelijk dus het kunnen voorlezen van een tekst op een goed tempo. Dyslexie belemmert het vlot leren lezen. De meeste kinderen met dyslexie leren uiteindelijk wel lezen, maar blijven trager lezen. Ze moeten er meer energie in steken en zijn sneller afgeleid dan de gemiddelde lezer. Dat gaat vaak ten koste van het begrijpen van wat je leest.

Oorzaak van dyslexie

Waarom de ene persoon dyslexie krijgt en de andere niet, is niet duidelijk. Onderzoekers zijn het niet eens over de oorzaak van dyslexie. Wel is duidelijk dat de hersenen hierbij een grote rol spelen. Het lijkt erop dat het gebied in de hersenen waar klank (hoe een letter klinkt) aan het teken (hoe je de letter schrijft) wordt gekoppeld te zwak is ontwikkeld. De klankcodes (hoe je een letter schrijft en uitspreekt) worden hierdoor minder goed door de hersenen verwerkt. En daardoor weer minder goed onthouden door het geheugen. Om vlot te kunnen lezen moeten je hersenen het beeld van veel voorkomende woorden na wat oefenen snel kunnen herkennen.  Bij de meeste mensen zonder dyslexie gaat dat herkennen van de letters met de goede klanken zo snel, dat we zeggen dat het automatisch gaat. We zeggen dan dat het geautomatiseerd is. Voor mensen met dyslexie is dat automatiseren juist lastig. Daarom wordt er wel gezegd dat dyslexie een automatiseringsprobleem is. Mensen met dyslexie hebben meestal ook moeite met het automatiseren van andere informatie dan klanken en letters. Kinderen met dyslexie hebben bijvoorbeeld vaak extra moeite met het aanleren van de tafels of topografie of rijtjes jaartallen bij geschiedenis.

Kenmerken van dyslexie

Kinderen met dyslexie kunnen moeite hebben:

  • Om het verschil te horen tussen klanken als m en n; p, t en k; s, f en g; eu, u en ui
  • Om de klanken in volgorde te zetten, zoals bij ‘dorp’ en ‘drop’ of ‘12’ en ‘21’
  • Om de aandacht te houden bij ‘klankinformatie’ (gesproken woord)
  • Met het inprenten van reeksen, bijvoorbeeld tafels of spellingsregels
  • Met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes
  • Met het onthouden van losse gegevens, zoals rijtjes, woordjes en jaartallen

Erfelijke factor

Het staat vast dat bij dyslexie sprake is van een erfelijke factor. Een kind dat één ouder heeft met dyslexie, heeft 40 tot 50% kans ook dyslexie te krijgen. Bij twee dyslectische ouders is de kans zelfs rond de 80%. Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen.

Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling. Sommigen hebben vooral problemen met het lezen. Anderen vooral met spelling. Wat het lees- of spellingprobleem precies betekent voor iemand met dyslexie verschilt dus per persoon. Sommige kinderen lezen letter voor letter, waardoor het leestempo heel laag ligt. Dit noemen we spellend lezen. Andere kinderen gaan juist radend lezen. Ze maken dan vaak veel fouten doordat ze gokken wat er staat. De leesproblemen van kinderen met dyslexie vallen het meest op bij hardop lezen.

Spellingproblemen

Kinderen met spellingproblemen weten soms niet hoe ze bepaalde letters of lettercombinaties moeten schrijven. Ze halen dan bijvoorbeeld de b en d vaak door elkaar, of vinden het lastig om de volgorde van de letters in de eu of ui te onthouden. Vaak schrijven kinderen met dyslexie de woorden op zoals je ze hoort. In het Nederlands zijn er helaas veel spellingregels die bepalen dat je een woord anders schrijft dan dat je het hoort. Denk bijvoorbeeld maar aan woorden als bomen (boomun) of hond (hont).

Er is alleen sprake van dyslexie als er geen andere oorzaken zijn die de problemen met lezen en/of spelling kunnen verklaren. Een kind met ernstige concentratieproblemen zou bijvoorbeeld moeite kunnen hebben met lezen doordat het onvoldoende kan focussen op het lezen. Of kinderen die thuis geen Nederlands spreken. We spreken dan van een leesprobleem.

Percentage mensen met dyslexie

In Nederland heeft ongeveer 4% van de mensen dyslexie. 1 op de 20 kinderen heeft dus dyslexie. Dat betekent dat er in bijna elke klas wel een kind met dyslexie zit. Dyslexie komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Het percentage mensen wat dyslexie heeft verschilt per land. Dat komt door de verschillen in de taal. In Finland zijn er bijna geen mensen zijn met dyslexie. Dat komt omdat in het Fins de woorden precies zo uitgesproken worden als je ze schrijft. In Engeland komt dyslexie juist meer voor dan in Nederland. In het Engels schrijf je veel woorden juist anders op dan dat je ze uitspreekt. In Nederland zitten we daar een beetje tussenin.

Meer lezen?

Op deze pagina’s lees je meer over hoe dyslexie wordt vastgesteld en welke behandelingen mogelijk zijn. Ook leggen we uit hoe je thuis en in het onderwijs om kunt gaan met dyslexie en welke richtlijnen en protocollen er zijn.

Advieslijn

Heb je vragen of zorgen over je kind met leesproblemen of dyslexie, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze advieslijn

Je kunt kijken op Brainwiki (gemaakt door het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie). Deze landelijke organisatie zorgt ervoor dat behandelaars, ouders, jongeren, gemeenten en scholen betrouwbare kennis over psychische problemen hebben.

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.